Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Dat] de dochteren Israels [67]van jaar tot jaar heengingen, om de dochter van Jeftha, de Gileadiet, [68]aan te spreken, vier dagen in het jaar. 67. Hebreeuws, van dagen tot dagen; dat is, van jaar tot jaar, of jaarlijks; gelijk de laatste woorden van vs.40 verklaren. Zie ook Lev.25:29. 68. Of, samenspreken, kouten; te weten, om haar te vergezelschappen en in haar maagdelijken stand te troosten en te verkwikken. Het Hebreeuwse woord wordt ook gevonden boven, hfdst.5 vs.11, waar het dezelfde betekenis heeft, die hier in den tekst gevolgd is.